Maarten in Hongkong

Hoi ik ben Maarten Koese en ik studeer een half jaar in Hong Kong. Toen ik naar mijn eerste hoorcollege ging, was ik een beetje zenuwachtig maar vooral erg nieuwsgierig naar hoe het zou zijn. Ik had me voor vijf verschillende vakken ingeschreven, die me allemaal erg interessant leken. Mijn eerste hoorcollege zou voor het vak ‘Chinese History’ zijn. Ik was een van de eerste studenten aanwezig in de zaal (ik wist toen nog niet dat te laat komen hier een gewoonte is onder studenten), en koos een veilig plekje achter in de hoek. Terwijl de zaal vol begon te stromen, viel het me op dat er alleen Chinese studenten binnen kwamen. ‘Ik had wel wat meer exchange studenten verwacht’, dacht ik bij mezelf. Een paar minuten voor het begin van de les begon ik me echt zorgen te maken, en vroeg ik aan de jongen naast me of ik wel bij het goede vak zat. Hij bevestigde dat dit ‘Chinese History’ was. Voordat het hoorcollege begon, deelde de professor de syllabus uit. Het was een blaadje met alleen Chinese karakters erop. Ik dacht: ‘Er komt zo vast een vertaling in het Engels’. Maar die kwam niet en het hoorcollege begon, in het Chinees. Ik vroeg aan de jongen naast me om verduidelijking, en hij zei doodleuk: ‘alle vakken over Chinese geschiedenis worden in het Cantonees gegeven.’ Daar zat ik dan, helemaal achterin de hoek van de collegezaal. Mijn walk of shame begon, iedereen moest voor me opstaan en lachte me uit terwijl ik naar de deur liep (zelfs de professor). Het eerste wat ik deed toen ik buiten stond was naar de website gaan en dit vak droppen. Plotseling was ik niet meer zo heel zeker of dit wel zo’n leuk semester zou worden als ik verwacht en gehoopt had..

Terwijl ik dit schrijf, zit ik op de hoogste plek van de campus: in de universiteitsbibliotheek op de 11e verdieping, met een weids en prachtig uitzicht over Victoria Harbour en de rest van Hong Kong. Aan dit uitzicht wen je niet snel, en aan deze campus ook niet: het uitzicht is prachtig en het is erg groen, maar na vijf weken verdwaal ik nog bijna dagelijks. Op de universiteit aankomen blijft echter een verademing (zeker na een half uur in de rij te hebben gestaan voor de lift die je vanuit het metrostation de universiteit in brengt). Zodra je langs de schildpaddenvijvers en de oudjes die tai chi beoefenen loopt, vergeet je de hectiek en de drukte van de stad.

Het studeren zelf is best pittig vergeleken met USBO: ik volg vijf vakken, die allemaal elke week een hoorcollege en een werkgroep hebben. Daarnaast zijn al mijn vakken specifiek gericht op China (zo volg ik bijvoorbeeld Contemporary Chinese Politics, Issues in Chinese Political Philosophy en Public Administration in China) terwijl ik bijna niks over China wist voordat ik hier kwam. Bij de meeste vakken zit ik vooral met Chinese studenten, die een flinke voorsprong hebben op dit vlak. Daarentegen zijn dingen zoals presenteren en discussiëren voor mij vaak wat makkelijker dan voor de studenten uit Hong Kong of uit Mainland China. Behalve wanneer de participatie beoordeeld wordt (dat is bij drie van mijn vakken), dan zit ineens iedereen de hele werkgroep met zijn hand in de lucht en moet je vechten om de beurt!

De mentaliteit is hier anders dan in Utrecht: studenten werken heel hard en leren alle feitjes uit hun hoofd (elk vak heeft een hele lange lijst met ‘voluntary readings’, die niet verplicht zijn en niet getoetst worden maar wel door bijna elke student worden gelezen). De meeste studenten zijn echter erg aardig en prettig om mee samen te werken. Hoewel de vakken soms moeilijk zijn, vind ik het heel erg interessant. De professoren en docenten zijn over het algemeen ook erg goed, maar het accent dat ze hebben wanneer ze Engels spreken was wel erg wennen aan het begin.

Naast het studeren houd ik nog meer dan genoeg tijd over om leuke dingen te doen. Ik heb vrijdag vrij en maandag maar een uurtje les, dus een perfect rooster om weekendjes weg te gaan! Ik ben vorige week een weekend naar Taipei geweest, en afgelopen weekend naar Vietnam. Over twee weken hebben we een week vrij en dan ga ik met een paar andere exchange studenten naar Japan. Reizen is erg makkelijk hier: ik sta in 45 minuten op het vliegveld, en omdat Hong Kong erg centraal ligt in Azië zijn de meeste landen binnen twee uur vliegen bereikbaar.

Verder is er een bruisend uitgaansleven in Hong Kong! Op woensdag ga ik vaak ’s avonds naar ‘Happy Valley Racecourse’, om wat biertjes te drinken en op paarden te wedden. Het gewonnen geld maak ik daarna meestal op in Wan Chai, waar het op de wekelijkse ‘Wan Chai Wednesday’ altijd erg druk en gezellig is. De dames hoeven geen geld te winnen om te kunnen drinken: op woensdag en donderdag is het ladies night in Hong Kong, en drinken zij (in eigenlijk elke club of bar) gratis. Op donderdagavond gaan we meestal naar Lan Kwai Fong, een paar straten in Central met heel veel clubs en bars. Omdat de drankjes in een club erg duur zijn (een biertje is rond de €10!) haalt iedereen drankjes bij de 7/11 die ze vervolgens op straat op drinken. De sfeer is erg goed, en zodra je drankje op is loop je zo weer naar binnen om verder te feesten in een van de clubs.

Al met al kan ik studeren in Hong Kong zeker aanraden. De stad is druk en hectisch maar er is heel veel te doen en de sfeer is erg goed. Het onderwijs is van goede kwaliteit, maar toch is er genoeg tijd over voor de vele stranden, hikes en weekendtrips die deze stad te bieden heeft. Bovendien is de Nobelstraat in Utrecht niks vergeleken bij het uitgaan hier! Het semester blijkt, op het eerste hoorcollege na, minstens zo leuk als ik verwacht en gehoopt had.